- 90 g patentbloem
- 90 g boter
- 1,2 liter melk
- 600 g gruyère, geraspt
- 20 g dijonmosterd
- 350 ml riesling
- 6 eidooiers
- 9 eiwitten
- 50 g bloem
- Extra: 6 ramekins (soufflébakjes) van 250 ml inhoud
BEREIDING
Maak een roux door de bloem zachtjes in de boter te bakken.
Probeer dit zo’n 5 min vol te houden zonder dat de roux te bruin wordt.
Voeg voorzichtig onder voortdurend roeren de melk toe en breng de saus tegen de kook aan.
Laat een paar min heel zachtjes koken, blijf roeren tot je de saus ziet binden, wacht nog een minuutje en haal de pan van het vuur.
Roer gruyère en mosterd door de saus. Dit is de bechamel.
Laat de riesling tot een kwart inkoken en meng hem met de helft van de bechamelsaus.
Laat afkoelen, dit is de rieslingsaus.
Meng de eidooiers met de andere helft van de bechamel. Sla de eiwitten stijf.
A LA MINUTE
Spatel de eiwitten luchtig door de bechamel met de eidooiers.
Smeer de ramekins in met boter en bestrooi ze heel licht met bloem.
Vul ze tot net onder de rand met de soufflémassa en bak ze 15 min in een op 180°C voorverwarmde oven.
Verwarm intussen de rieslingsaus.
Serveer de soufflés direct vanuit de oven in de ramekins en laat je gasten zelf de rieslingsaus over hun soufflé gieten.